- 06 – 83 83 33 58
- [email protected]
Geweldloos
“Het is nu eenmaal nodig om geweld te gebruiken. We leven in een harde wereld. De mens is van nature gewelddadig”, hoor je soms om je heen of denk je zelf misschien ook wel eens. We kunnen ervoor kiezen om het leven te beschadigen met geweld omdat we menen betere mensen te zijn, oudere rechten denken te hebben of ons eigen belang hoger stellen. We kunnen er ook voor kiezen om te streven naar geluk en welzijn voor iedereen, omdat we allemaal dezelfde behoeften hebben aan veiligheid, gekend te zijn en ergens bij te mogen horen.
We zijn vanaf onze geboorte nestblijvers en zonder liefde kunnen we niet. Er is een diep verlangen in ons om in harmonie te leven. Al in de kinderjaren kan dit beschadigd worden, waardoor we vervreemden van dit ‘levensbeginsel zonder geweld’. We schermen ons af, worden angstig en gaan ons ‘bewapenen’ met allerlei soorten afweer. We weten dat geweld altijd trauma veroorzaakt, bij de daders, de slachtoffers en de mensen die het zien gebeuren, tot in de volgende generaties.
Wanneer je het verlangen naar heelheid kunt voelen en in andere mensen kunt zien, kun je stap voor stap geweldloos weerbaar worden. Het levert heel veel veerkracht op wanneer je de ander niet als vijand hoeft te zien maar als ander mens, als medemens. Dat vermogen zit al in ons DNA. Wij moeten de plekken creëren waar we dat met kinderen en jongeren kunnen oefenen.
Verdieping
- Geweldloosheid heeft niets te maken met passiviteit, onderwerping of lafheid. Pas als men deze overwonnen heeft kan geweldloosheid effectief gehanteerd worden.
- Geweldloosheid is een strijdmethode waarin gebruik gemaakt wordt van sociale, economische en politieke macht.
- Mensen die de geweldloze actie hanteren hoeven geen pacifisten of heiligen te zijn. In de praktijk is gebleken dat het door gewone mensen zeer doeltreffend wordt gebruikt.
- Geweldloze actie is evenzeer een westers als een oosters fenomeen. Massale stakingen, demonstraties, boycots en niet-samenwerkingsacties komen in alle delen van de wereld veelvuldig voor.
- Geweldloze actie is niet beperkt tot binnenlandse conflicten in een democratisch systeem. Het is vaak gebruikt tegen dictators, buitenlandse bezetters en totalitaire regimes.
Bron: Gene Sharp Bron: Materiaal Basis – Opleiding Actieve Geweldloosheid.
Lees het interview met Wim Robben: Is de mens van nature geweldloos?
Over onze oorspronkelijke natuur, conflicten tussen mensen en volken, dictatuur, verweer tegen agressie, passiviteit en onrecht, ieders recht op verdediging.
http://www.geweldloosactief.nl/web200go7.html
HITLER’S REGIME MOEST BUIGEN VOOR GEWELDLOOS PROTEST
Vaak wordt gesteld dat tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) geen enkele actie doeltreffend had kunnen zijn om de Europese Joodse bevolkingsgroep uit handen van de nazi ’s te redden. Dat dit niet juist is wordt uitvoerig beschreven in het boek ‘De banaliteit van het kwaad ‘ van de Amerikaans-Joodse onderzoekster Hannah Arendt. Er werden miljoenen Joden gered door geweldloos verzet, in de vorm van hulp bij onderduiken of vluchten, maar vooral door obstructie en niet-medewerking van lokale, regionale en nationale autoriteiten. Dit gebeurde op grote schaal in onder andere België, Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Italië (!) en Noorwegen; landen waar tussen de 70% en 100% van de Joodse bevolking werd gered.
De film Rosenstrasse is een Duitse dramafilm uit 2003 onder regie van Margarethe von Trotta. In 1943 begonnen de nationaalsocialisten ook de Joodse mannen uit gemengde huwelijken te arresteren. Ze werden in een pand aan de Rosenstrasse opgesloten. De Arische echtgenotes trachtten in die dagen vrijwel dagelijks hun Joodse mannen te bevrijden. Vijftig jaar nadien maakt een verslaggeefster uit New York kennis met een vrouw die haar moeder heeft gered.
Verhaal: De wilde en de tamme ganzen
Een verhaal van Sören Kierkegaard, opnieuw verteld voor Jan Durk Tuinier.
Als ik in het najaar buitenloop, zie ik soms heel hoog in de lucht een groep wilde ganzen overvliegen.
Elke keer denk ik dan aan het oude verhaal en glimlachend wens ik hen een goede reis…
Ook in dat jaar trokken de wilde ganzen naar warmere streken. Ze vlogen in een grote V. Dat ging veel sneller en het was ook veiliger. Op een keer kwam een vlucht wilde ganzen in een onweersbui terecht. Het regende en het waaide hard. Twee jonge wilde ganzen raakten de grote V kwijt. Ze heten Jans en Hans. Het was voor hen de eerste keer dat ze een grote tocht meemaakten. Ze waren bang maar gelukkig hadden ze elkaar nog.
Enkele dagen later kwamen ze aan op een boerenerf. Ze waren hongerig en doodmoe. Ze zagen een hele grote koppel ganzen, tamme ganzen. Jans en Hans keken hun ogen uit. De tamme ganzen waren kraakhelder wit. Ze hadden vast veel gegeten. Met hun dikke buiken waggelden ze keurig in de rij. De belangrijkste voorop en de domste achteraan. De dikke gans voorop had een zware ketting om en Hans zei: “Dat is vast de burgermeester”. “Wat zijn ze beschaafd en netjes”, zei Jans zachtjes.
Dan schrikken ze op. De tamme burgermeester riep heel hard: “Van harte welkom!” Hij was zo trots als een pauw. Hij pochte op de gastvrijheid van de tamme ganzen. Het klonk streng. “Het is voor een gans veel beter en veiliger om tam te zijn. Zo is er rust enorde. Wilde ganzen zijn gevaarlijk omdat ze altijd maar op trektocht zijn”. Alle tamme ganzen knikten en maakten een klein buiginkje. Hans en Jans zeiden niets.
Op plechtige toon klonk het: “Hoe prachtig is de gans toch geschapen. We hebben vleugels gekregen om te kunnen vliegen, maar wij hoeven niet te vliegen zoals die arme wilde ganzen. Laat ons dankbaar zijn dat wij ons hebben laten temmen door het goede leven! Geen jager zal ons vangen, geen honger bedreigt ons. De boer en boerin geven ons volop te eten. Wij hoeven ons om niets of niemand zorgen te maken. Wij kunnen trots zijn op onze schoonheid”.
Daarna kregen ze heel veel te eten. Hun buik knapte bijna. Een paar tamme ganzen namen Hans en Jans mee naar het washok. Daar kregen ze een grondige wasbeurt. “Dat grauwe kunnen we hier niet gebruiken. Jullie willen ook tam worden, dus moet je je aanpassen en vergeten dat je ooit een wilde gans geweest bent”, zei de tamme wasgans. ’s Avonds schaamde Jans zich voor Hans die nog een wasbeurt nam. Je kunt ook overdrijven, dacht ze.
Het tamme leven beviel hen goed. Althans zo leek het want het jaar daarop, toen hoog in de lucht de wilde ganzen overtrokken, werd Jans onrustig. ‘Jij bent ook altijd zo ontevreden’, zei Hans.
Jans zei: “We hebben toch niet voor niets vleugels. We zijn geboren als trekvogels! Hier vecht iedereen voor zichzelf.”
’s Avonds begon Jans minder te eten. Als niemand het zag rende ze rondjes door de boomgaard.
Dat ging niet zo makkelijk als vroeger. Jans merkte dat ze al erg tam geworden was. Met zo’n dikke buik kom je de lucht niet meer in…
Toen nam ze het besluit te vertrekken. Hans wilde er eerst niets van horen, maar ook hij heeft gemerkt als ze stiekem tóch renspelletjes deden, dat hij een slechte conditie had. Daarbij had Jans hele goede argumenten. “Wij zijn wilde ganzen en hier leven we alsof we al dood zijn. Dit is geen leven… Ik ben ook bang dat we met kerstmis allemaal in de pan verdwijnen. Moet je de boer eens naar ons zien kijken! Het water loopt bijna uit zijn mond”.
Een heel jaar later, na veel oefenen, besloten ze het te wagen. Heel hoog in de lucht zagen ze een grote V. Ze renden naar een weiland, namen een aanloop en klapwiekend kwamen ze boven de bomen en hoger en hoger. De wilde ganzen hielden in zodat ze een plekje in de grote V konden vinden. Alle wilde ganzen gakten van plezier want dit gebeurde niet vaak. Jans zei niets. Ze was tevreden en keek schuin naar Hans. Hij keek zijn ogen uit en viel van de ene verbazing in de andere.
Samen met alle andere ganzen vlogen ze de zon tegemoet.
HITLER'S REGIME MOEST BUIGEN VOOR GEWELDLOOS PROTEST
Vaak wordt gesteld dat tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) geen enkele actie doeltreffend had kunnen zijn om de Europese Joodse bevolkingsgroep uit handen van de nazi's te redden. Dat dit niet juist is wordt uitvoerig beschreven in het boek 'De banaliteit van het kwaad' van de Amerikaanse Joodse onderzoekster Hannah Arendt. Dat miljoenen Joodse mensen naar de vernietigingskampen gevoerd konden worden wijt zij in belangrijke mate aan passiviteit en medewerking, niet in de laatste plaats vanuit Joodse kring. Dat ook miljoenen Joden gered werden komt hoofdzakelijk door geweldloos verzet, in de vorm van hulp bij onderduiken of vluchten, maar vooral door obstructie en niet-medewerking van lokale, regionale en nationale autoriteiten. Dit gebeurde op grote schaal in België, Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Italië en Noorwegen; landen waar tussen de 70% en 100% van de Joodse bevolking werd gered.
Berlijn
Opmerkelijk genoeg vond een wel heel bijzondere bevrijdingsactie van duizenden Joodse mannen uitgerekend plaats in Berlijn, de hoofdstad van het Derde Rijk. Naar verluid wilde Joseph Goebbels, hoogste Nazi-leider in Berlijn en rijksminister, aan Adolf Hitler voor zijn verjaardag op 20 april 1943 een 'Jodenvrij Berlijn' als cadeau aanbieden. Naar schatting woonden er in de Duitse hoofdstad op dat moment nog zo’n 6000 Joodse mannen die, ofschoon ze een Jodenster moesten dragen en in bepaalde fabrieken tewerkgesteld waren, tot dan toe met rust gelaten werden omdat ze met niet-Joodse vrouwen getrouwd waren. In februari 1943 gaf Goebbels echter opdracht om ook de laatste groep naar concentratiekamp Auschwitz te deporteren. Aan het eind van die maand reden colonnes vrachtauto’s van de Gestapo door de straten, geëscorteerd door gewapende SS’ers. Ze stopten voor de poorten van de fabrieken en voor woningen. Onder het afdekzeil van de vrachtauto’s waren de contouren van de dicht opeengepakte mensen zichtbaar. Al snel werd bekend waar de mannen naar toegebracht werden: het grote gevangenisgebouw aan de Rosenstrasse. Op de ochtend van zaterdag 27 februari 1943 verzamelden zich steeds meer vrouwen voor de poort van de gevangenis, om te weten te komen wat er met hun mannen of zoons gebeurde. 'Laat onze mannen vrij' was de roep die steeds luider en massaler klonk. Al snel ging het bericht van de protestactie door de straten van Berlijn en breidde de groep zich uit. Ondanks het koude winterweer bleven de vele honderden vrouwen, maar ook mannen en kinderen, zelfs ‘snachts en elkaar in groepjes afwisselend, voor de poort van de gevangenis staan.
Confrontatie
Inmiddels was er crisisberaad op het hoofdkwartier van de Gestapo, 200 meter verderop in de Burgerstrasse. Ondanks dreigementen waren de vrouwen niet weggegaan. Op donderdag 4 maart begon de SS daarom met het aanvoeren van zandzakken voor de gevangenispoort en van kisten munitie. 'Maak de straat vrij, anders wordt er geschoten', schreeuwde de SS-commandant. In de voorste rijen ontstond enige paniek, maar al snel klonk een aanzwellende roep: 'Moordenaars', 'Lafaards', 'Schieten op vrouwen!' De commandant draaide zich om naar zijn manschappen; de mitrailleurstellingen werden afgebroken, de munitiekisten gesloten en de SS’ers vertrokken. Even werd het doodstil; hier en daar hoorde je mensen huilen, maar al snel ontlaadde de spanning zich in een massaal 'Laat onze mannen vrij!'; 'We willen onze kinderen terug!' Op vrijdag werd een eerste groep van 25 Joodse mannen, via de zijuitgang aan de Heidereutergasse, op transport gesteld om te zien hoe de vrouwen zouden reageren. Als ze bijvoorbeeld met stenen zouden gaan gooien, of andere vormen van geweld, dan kon alsnog hard ingegrepen worden. Maar men liet zich niet daartoe uitlokken en spoedig stroomde de zijstraat vol met protesterende mensen die ook daar de poort blokkeerden.
Overwinning
Op zaterdag 6 maart werden de eerste Joodse mannen, die in de gevangenis aan de Rosenstrasse zaten, vrijgelaten. Met een schriftelijke invrijheidsstelling in de hand kwamen ze in kleine groepjes naar buiten gelopen; in totaal ongeveer 2000. Bovendien werd het oppakken van de andere ongeveer 4000 Joodse mannen die in Berlijn woonden stopgezet. Joseph Goebbels schreef op 6 maart in zijn dagboek: 'Ik geef de Veiligheidsdienst opdracht om het evacueren van de Joden nu, uitgerekend op zo’n kritiek moment, niet voort te zetten. We kunnen beter nog een paar weken wachten; dan kunnen we het nog grondiger aanpakken.' Maar in werkelijkheid werd het op de lange baan geschoven en woonden de mannen vanaf dat moment volgens Nazi-recht zelfs ‘legaal' in Berlijn. Toch verklaarden de Nazi’s op 19 mei 1943 dat Berlijn 'Jodenvrij' was. Maar zelfs de 25 mannen die al op transport gesteld waren kwamen, na hevige aandrang van de vrouwen, terug. Omdat ze al in Auschwitz geweest waren, en kennisgenomen hadden van de gruwelen aldaar, konden ze niet vrijgelaten worden. Ze werden in een Berlijns werkkamp ondergebracht, waar hun familie regelmatig contact met hen had. Ook deze mannen overleefden de oorlog. Eén van hen, Heinz Ullstein, beschreef de gebeurtenissen in zijn memoires. Door het moedige en volhardende protest in de Rosenstrasse, dat een week lang dag en nacht doorging, werd het Hitler-regime gedwongen om in haar eigen bolwerk Berlijn duizenden Joodse mannen vrij te laten en de vervolging van duizenden anderen stop te zetten.
Bronnen: Gene Sharp 'The Politics of Nonviolent Action' blz.164, Boston Ð 1973. Gene Sharp 'Social Power and Political Freedom', hoofdstuk: The Lesson of Eichmann; a review-essay on Hannah Arendt's 'Eichmann in Jerusalem, a report on the banality of evil', Boston Ð 1980. Gene Sharp 'Macht en Strijd, theorie en praktijk van geweldloze actie', Het Spectrum, Utrecht Ð 1982. Gernot Jochheim 'Traum und Tat, wege des gewaltfreien widerstands', Stuttgart Ð 1992. Gernot Jochheim 'Protest in der Rosenstrasse', 192 blz., Stuttgart Ð 1992.